Artikelen

31. Vlinder

Uit de Tuinkrant van Volkstuinvereniging ‘Nut en Genoegen’,  juni 2019

 

Ik sta er zelf van te kijken dat ik ’t nog niet eerder over de vlinder en zijn namen heb gehad, want er is geen insect dat zoveel namen heeft en dat is altijd leuk. Ik bedoel niet de namen voor de vele soorten vlinders die er zijn, als dagpauwoog, gamma-uil, atalanta, koolwitje, en vele meer. Nee, mij gaat ’t nu om de namen voor ‘vlinder in ’t algemeen’. Dat zijn er ook ontzettend veel. Wat voorbeelden: ellekapelle, pinnevoegel, beuterschutte, botervijver, capelle, pepel, fijfautre, flieflottre, flikketeer, flinter enzovoorts. Zie ook verder in dit stukje.

 

Lees verder

Houben, Ploumen, Ingenhousz

Familienamen: hoe spreek je ze uit

in Neerlandistiek, 12 juni 2019

“als nominatief is ‘t een leelyk woord”

in Neerlandistiek, 17 april 2019

Een krant gaat in de overbeet

in Neerlandistiek, 18 maart 2019

30. Tuingereedschap: spa en schop

 

Uit de Tuinkrant van Volkstuinvereniging ‘Nut en Genoegen’,  april 2019

 

De twee gereedschappen waar dit stukje over gaat, moeten oud zijn net als die uit m’n vorige stukje, schoffel en schrepel. Nog niet uit ’t Neolithicum, de prehistorische periode die ca. 11.000 v. Chr. begon). Dat was de periode waarin een samenleving van jagers/verzamelaars langzaam overging in een van landbouwers. Voor landbouw heb je andere gereedschappen nodig dan voor de jacht en dus moeten er in dat Neolithicum werktuigen uitgevonden zijn om de grond te bewerken.

Lees verder

29. Tuingereedschap: schoffel en schrepel

Uit de Tuinkrant van Volkstuinvereniging ‘Nut en Genoegen’,  februari 2019

 

In mijn serie ‘Tuingereedschap’ zijn nu de schoffel en de schrepel aan de beurt. Dat zijn wat mij zelf betreft de meest gebruikte tuingereedschappen. Er is altijd wel wat te wieden, en daar dienen ze toch voor.

 

Lees verder

Naamvallen, resten en relicten

 

in De Vierschaer jrg. 5 (1987). blz. 4-13

Lees verder

De twee gezichten van Jan Pieter Heije

gepubliceerd in: Ons Amsterdam, nummer 3, maart 2009

 

 

Als de moderne Amsterdammer al van Jan Pieter Heije gehoord heeft, is het dankzij een straatnaam in Oud-West. Een enkeling weet misschien dat hij de dichter is van talloze klassieke liedjes als Zie de maan schijnt door de bomen, De Zilvervloot, Een karretje op een zandweg reed en Er zaten zeven kikkertjes al in een boerensloot. Maar dat was niet de voornaamste reden voor die herdenkingen in 1909. Heije deed ook baanbrekend werk op het gebied van de gezondheidszorg, het muziekleven, het zang- en gymnastiekonderwijs en de gemeentepolitiek. En hij stichtte het Prinsengrachtziekenhuis. Reden genoeg om hem weer eens uit de vergetelheid te halen.

Lees verder

De nieuwe koers van Dr. Heije

uit: Literatuur zonder leeftijd. Jaargang 16(2002)

Heijes uitvaart en daarna

uit: Nieuw Letterkundig Magazijn. Jaargang 19 (2001)

Twitter

It seems that widget parameters haven't been configured properly. Please make sure that you are using a valid twitter username or query, and that you have inserted the correct authentication keys. Detailed instructions are written on the widget settings page.

Over Jan Stroop

Jan Stroop is gastonderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is dialectoloog maar zijn belangstelling gaat ook uit naar ontwikkelingen van het gesproken Nederlands. Zo heeft hij in 1997 ’t Poldernederlands ontdekt, een nieuwe variant van het ABN, die nog steeds ’t meest gehoord wordt bij hoogopgeleide vrouwen.
Lees verder >>