Home
Levensloop
Bibliografie
Artikelen
Lezingen
Interviews
Activiteiten
Columns
Gastenboek
Colofon
Contact
Stamboom
 
Bekijk de website
Poldernederlands
 

Columns

naar overzicht Columns



Dat rotte plek

met een paar subtiele redactionele wijzigingen ook op de Forum-pagina van De Volkskrant van 8 februari 2005

 

In de samenstelling werkplek kon ik ’t nog net verdragen, dat irritante plek. Die combinatie heeft ook wel recht van bestaan, want werkplaats zou een veel te royale benaming zijn voor de paar vierkante meter die er meestal mee bedoeld worden. Maar plek zonder meer bezorgt me steeds koude rillingen. En het zal nog echt pijnlijden worden, want de verbreiding van plek neemt epidemische vormen aan. Laatst las ik ’t zelfs al in een column van Frits Barend, in De Groene Amsterdammer van 28 mei 2004. Dat dat plek het alternatieve plaats aan het verdringen is, komt vooral door de media, de pratende en de schrijvende. Het papegaaien is veel journalisten nu eenmaal  tot een tweede natuur geworden vooral als het gaat om modieuze of vlotte uitdrukkingen.

Het ene plek is trouwens ‘t andere niet. Mijn grammaticale spanningsmeter slaat veel verder uit bij in plek van, op de eerste plek dan bij op deze plek, er is geen plek. Het verschil hangt blijkbaar samen met het al of niet concreet of letterlijk zijn van het woord. Als plek ‘locatie of positie’  betekent, stoort ’t me minder dan bij her figuurlijke in plek van. Een twijfelgeval is ‘Het AMC heeft te weinig plek’; plek betekent hier ongeveer ‘ruimte’. Dat ik niet de enige ben die dat verschil zo voelt, is af te lezen uit de uitkomsten van een zoekactie met Google op Internet naar het voorkomen van plaats en plek in twee uiteenliggende jaren, 2003 en 1993.

In 2003 zijn er 13.100 gevallen van op deze plaats gesignaleerd tegenover 8940 van op deze plek; in procenten: 60%  tegenover 40 %.  In 1993 waren de verhoudingen nog 80% en 20%. In tien jaar tijd dus al een opvallende toename van plek, in de betekenis ‘locatie’. De voorzetseluitdrukking in plaats van komt in 2003 151.000 keer voor, zijn tegenhanger in plek van maar 141! Procentueel is dat:  plaats 99%, plek 1%. In deze combinatie wordt plaats dus nog nauwelijks bedreigd, maar in alle andere gevallen lijkt de opmars van plek niet te stuiten. Ook in de landelijke dagbladen wint dat  plek terrein, zowel kwantitatief als kwalitatief. Steeds meer plek dus. Maar ook in steeds meer soorten combinaties neemt plek de plaats in van het aloude plaats.

        De pratende pers loopt natuurlijk weer voorop: op 22 september vorig jaar hoorde ik Eddy Jansen in Langs de Lijn (Radio 1) concluderen: “een welgemeend excuus is hier op zijn plek.”  Een formulering die in geschreven Nederlands nog niet voorkomt, maar je kunt erop wachten.

Ik kan mijn eigen plek-irritatie wel verklaren. In het dialect dat mijn moedertaal is, het West-Brabants, is dat plek een veel gebruikt en multifunctioneel woord. Blauwe plekken, vieze plekken op je kleren, er is geen plek, plekken pachten (’t verpachten van plaatsen in de kerk), hij komt vandaag in plek van morgen. Leren van ABN betekende voor mij onder andere dat ik dat plek moest vervangen door plaats. Dat is me gelukt. En nu hoor ik om me heen die stomme Randstedelingen het ene platte plek na ’t andere gebruiken alsof dat nette plaats besmet is geraakt, terwijl toch juist plek de pest is.

Print deze paginaOmhoog