Spaans: carbonero común; Portugees: chapim-carvoeiro; Frans: charbonnière; Kroatisch: velika sjenica; Turks: büyük baştankara; Arabisch: القرقف الكبير; Perzisch: چرخریسک بزرگ
Uit de Tuinkrant van Volkstuinvereniging ‘Nut en Genoegen’, Zaandam, oktober 2020.
Bij de Zaanse vogeltelling in 2013 stond de koolmees op plaats drie (1.067), achter de huismus (een: 2.144) en de spreeuw (twee: 1.659). Ik moet zeggen dat op mijn persoonlijke lijst de koolmees boven de huismus staat. Hoe ’t tegenwoordig, in 2020, gesteld is, weet ik niet, wel weet ik dat in mijn burgertuin de koolmees nog steeds op plaats 1 staat. Mussen zie ik juist zelden.
De namen die de koolmees in Nederland heeft, vertellen allerlei over zijn uiterlijk, ’t geluid dat ie maakt en zijn gedrag. Dat zwarte kopje is in veel talen de inspiratie geweest voor z’n naam. Koolmees is daar een bekend voorbeeld van. Dat kool verwijst natuurlijk naar ’t zwarte houtskool. Dat zit ook in de Spaans, Portugese en Franse namen want dat carbonero resp. carvoeiro resp. charbonnière betekent ook houtskool. We herkennen dat ook in karbonade.




